Van bestemmingsplan naar omgevingsplan

Sinds januari 2024 zijn alle bestaande bestemmingsplannen een tijdelijk omgevingsplan geworden. Ook rijksregels over de fysieke leefomgeving (zoals bouwregels uit het Besluit omgevingsrecht en milieuregels uit het Activiteitenbesluit milieubeheer) zijn opgenomen in het gemeentelijke omgevingsplan. Daardoor hebben alle gemeenten officieel een (tijdelijk) omgevingsplan voor de hele gemeente. Gemeenten moeten nu aan de slag om alle bestemmingsplannen en lokale verordeningen samen te brengen in één gebieddekkend omgevingsplan. Een grote uitdaging, die door verschillende gemeenten op heel verschillende manieren wordt opgepakt.

Van goede ruimtelijke ordening naar evenwichtige toedeling van functies
Gemeenten buigen zich voortdurend over de vraag of een bepaalde functie wenselijk is op een bepaalde plek. In de tijd van bestemmingsplannen deed de gemeente dat aan de hand van het criterium “goede ruimtelijke ordening”. Hierbij was het voorkomen van onevenredige overlast (geluid, stank, gevaar, parkeerhinder, etc.) of schade aan natuur of milieu het belangrijkste. Met de komst van de Omgevingswet kijken gemeenten breder: een “evenwichtige toedeling van functies aan locaties” is het nieuwe criterium. Hieronder vallen alle onderwerpen uit de goede ruimtelijke ordening, maar bijvoorbeeld ook gezondheid, elektriciteitsvoorziening, veiligheid, infrastructuur, etc. De gemeente moet daarbij rekening houden met alle betrokken belangen.

BOO-planoloog Wouter van den Hoff ondersteunde de gemeente Arnhem 18 maanden bij het omzetten van bestemmingsplannen naar een omgevingsplan.